Opmerkelijke splitsing van de stratosferische ‘polar vortex’: krachtige opwarming boven Groenland.
De ‘polar vortex’ in de stratosfeer is gesplitst. Een krachtige rug (ridge) heeft het Noordpoolgebied als het ware ‘overgenomen’ waardoor de vortex nu twee zenuwcentra heeft: eentje boven het noorden van Canada, een ander nabij de Kaspische Zee en de Kaukasus. Het gevolg is een zeer krachtige opwarming (feitelijk een Sudden Stratospheric Warming: SSW) boven Groenland. De kaartjes van het Amerikaanse GFS-weermodel voor 10 hPa/30 km. (analyse 12 februari en anomalieën) laten deze ontwikkeling goed zien. U treft de kaartjes aan onder het artikel met uitleg over het fenomeen SSW.
Het valt niet uit te sluiten dat deze ontwikkeling op de lange termijn (in dezen eind februari/begin maart) tot ingrijpende veranderingen in de troposfeer kan leiden. Net als in maart 2013 een complete omkering van de stroming (onder regie van een Groenlands ‘blocking high’) is een reële optie. Koude vrieslucht diep uit Rusland en Siberië zou dan tot onze omgeving kunnen doordringen. We houden het in ieder geval nauwlettend in de gaten!
Uitleg over het fenomeen SSW (Sudden Stratospheric Warming)
Het weer speelt zich voor het grootste deel af in de troposfeer, zijnde de luchtlaag die zich uitstrekt vanaf het aardoppervlak tot 10-12 kilometer hoogte. De luchtlaag boven de troposfeer, de stratosfeer, is van minder belang maar het is niet zo dat ontwikkelingen op stratosferisch niveau (10-50 kilometer hoogte), waar zich ook de kwetsbare ozonlaag bevindt, onbelangrijk zijn. Integendeel zelfs!
In de stratosfeer kan het onvoorstelbaar koud zijn. Tijdens Kerst 2012 werden door het KNMI op ruim 20 kilometer hoogte temperaturen beneden -80º geregistreerd. Soms echter voltrekt zich een bijzonder sterke opwarming waarbij de temperatuur in enkele dagen met wel 50 graden (!) kan stijgen. Zulks wordt in meteorologische kringen een ‘Sudden Stratospheric Warming’ (SSW) genoemd. Dit fenomeen is doorgaans het gevolg van weersystemen in de troposfeer (niet zelden grootschalige hogedrukgebieden) die de ‘Polar Night Jet, een van west naar oost waaiende straalstroom die de Noordpool omcirkelt, verstoren. De Polar Jet begint dan sterk te golven en net als op het strand worden deze gebroken met als gevolg een sterke verzwakking of zelfs een omslag van de heersende ‘westerlies’ naar ‘easterlies’ in de atmosferische bovenkamer.
Ondertussen implodeert als het ware de aanwezige lucht in de stratosfeer boven de poolkap en door compressie voltrekt zich een sterke opwarming (SSW). Uiteindelijk kunnen de ‘easterlies’ op grote hoogte ook het weer in de troposfeer beïnvloeden met als gevolg een verzwakking van ‘onze straalstroom’. Dat resulteert dikwijls in een geblokkeerd stromingspatroon waardoor oostenwinden koude continentale vrieslucht naar het westen kunnen transporteren.
Het is uiteraard geen wet van meden en perzen dat een SSW automatisch winterweer tot gevolg heeft maar een vorstperiode komt gemiddeld wel vaker voor bij zo’n gebeurtenis.
Bron van de kaarten: Michael Ventrice.