JAN BUISMAN


Het ‘historisch klimatologisch geweten van de Lage landen’, de ‘alwetende’ met betrekking tot harde winters, hete zomers, stormvloeden en overstromingen uit het verre, verre verleden is helaas niet meer onder ons. Op de gedenkwaardige leeftijd van 99 jaar (geboren in 1925 in Culemborg) is eergisteren, donderdag 21 november, historisch geograaf Drs. Jan Buisman overleden.  

Buisman verwierf naam en faam in binnen- en buitenland vanwege zijn imponerende klimaatepos ‘Duizend jaar weer, wind en water in de lage Landen’. Zijn ‘masterpiece’ bestaat inmiddels uit zeven delen en het 8ste, waar hij vanwege persoonlijke omstandigheden een geringere bijdrage aan heeft kunnen leveren dan hij had gewild, wordt binnen afzienbare tijd gepubliceerd. Buisman werkte na zijn pensionering, in samenwerking met het KNMI, aan de indrukwekkende boekenserie en stelde tussen de bedrijven door ook het imposante naslagwerk ‘Extreem weer!’, een canon van weergaloze winters, zinderende zomers, hagel en hozen, stormen en watersnoden, samen. Zijn tomeloze inzet en gedrevenheid, dag in dag uit, jaar in, jaar uit, valt met geen pen te beschrijven. De Franse historicus Emmanuel Le Roy Ladurie schreef: “Ik raad iedereen aan Nederlands te leren, om het werk van Buisman te kunnen lezen”. 

Ik heb langere tijd contact met Jan Buisman gehad: vooral gedurende de 20 jaar dat ik het uitgebreide weerbericht voor het Dagblad Trouw samenstelde. Bijna iedere maand kreeg ik wel een dikke envelop met klimatologische wetenswaardigheden die hij tijdens bezoekjes in Duitsland verzamelde. Zo af en toe viel er ook een prachtig boek op de mat zoals ‘Die Schwankungen und Pendelungen des Klimas in Europa seit dem Begin der regelmäßigen Instrumenten-Beobachtungen (1670)’ van Hans von Rudloff. Jan was trouwens niet alleen een geweldige schrijver, maar ook een begenadigd spreker. Een waterval van woorden aan wiens lippen je hing. 

Buisman publiceerde in 1961 zijn eerste echte meteorologische boek ‘Weer of geen Weer?’ Toen ik mij begin jaren zeventig veel meer met het weer ging bezighouden kon ik dat boek tot mijn grote teleurstelling niet meer te pakken krijgen, maar gelukkig verscheen in 1978 een herziene uitgave. Later verscheen de voorloper van zijn klimaatepos: ‘Bar en Boos’, Zeven eeuwen winterweer in de Lage Landen. Dat boek heeft bij veel weermensen het enthousiasme voor tot de verbeelding sprekende winters uit het verleden (ook de grote winters van de 20ste eeuw) enorm aangewakkerd. 

Wat zou het mooi wezen wanneer de winter van 2024-2025, als postuum eerbetoon aan Jan Buisman, koud of streng de geschiedenis in zou gaan! Ik wens zijn nabestaanden veel sterkte met dit verlies. R.I.P. Jan!  

Jan Visser, 25 november 2024

HANS DE JONG

Hans de Jong bij zijn regenmeter (foto Jan Visser)

Er is een ‘groot weerman’ heengegaan. Op de laatste dag van 2010 is tijdens de ochtend in alle rust het boegbeeld van de Nederlandse ‘amateurmeteorologen’, Hans de Jong uit het Friese Gorredijk, overleden. Hans werd geboren op 3 mei 1921 in Kortezwaag, dat tegenwoordig deel uitmaakt van het dorpsgebied Gorredijk. Samen met zijn gewaardeerde collega Jan Pelleboer uit het Drentse Paterswolde, die in juli 1992 uit het leven werd weggerukt, stond Hans in de jaren vijftig aan de wieg van de popularisering van het weerbericht. Tot voorbij de oorlog was de weerberichtgeving hoofdzakelijk in handen van het destijds tamelijk formele KNMI.

Hans’ interesse in het weer was al op jonge leeftijd gewekt. Zijn regenmeter stond, wegens ruimtegebrek, niet in de tuin van z’n ouders maar bij z’n grootouders (‘ús pake syn tún’). Zijn moeder droeg de achternaam De Bildt en toen Hans z’n stukjes in de krant(en) begonnen te verschijnen, sprak men in Kortezwaag al vrij snel over het ‘kleine De Bildt’ naast het ‘grote De Bilt’.
In de oorlogsjaren begon Hans het weergebeuren systematisch in journaalvorm bij te houden. Een groot gemis was echter dat tijdens de bezettingstijd de ‘Dagelijkse weeroverzichten van het KNMI’ niet meer werden gepubliceerd. “De vijand luisterde immers mee” werd gezegd. Tussen ‘weergezinden’ bestond echter sterk de behoefte om contacten uit te wisselen. Zodoende kwam Hans onder meer in contact met beroepsmeteoroloog en voormalig KNMI directeur E. van Everdingen. Van Everdingen organiseerde, vanwege het niet meer verschijnen van het ‘Maandelijks Overzicht der Weersgesteldheid in Nederland’, zelf een uitgave op basis van gegevens van Amersfoort (waar Van Everdingen woonde), Maastricht (de heer Kemp) en Kortezwaag.

Ondertussen ging Hans in de loop van de Tweede Wereldoorlog aan de slag als onderwijzer bij het lager onderwijs. Voor dat beroep was hij immers opgeleid. Zijn ambities voor het weer bleven echter groeien. In 1946 nam het Gorredijkster weekblad ‘De Woudklank’ als eerste krant een maandelijks weerbericht van Hans op. Verder bouwde Hans gestaag aan een net van waarnemers. Eerst vooral uit Friesland en later ook uit andere provincies. Zelf ben ik vanaf oktober 1974 deel gaan uitmaken van het meetnet.
Op 22 april 1952 beleefde Hans zijn eerste uitzending voor TV bij de VPRO en in snel tempo vonden zijn deskundige en met heerlijke anekdoten doorspekte weerberichten gretig aftrek bij een groeiend aantal kranten. Na ‘De Woudklank’ volgde vrij snel het dagblad ‘Heerenveense Koerier’ en later ‘De Waarheid’ en het ‘Vrije Volk’. Ook de ‘Leeuwarder Courant’, het ‘Friesch Dagblad’ en niet in de laatste plaats ‘Trouw’ (vanaf 1964) betrokken het weerbericht van Hans. In 1960 nam Hans afscheid van het onderwijs want lesgeven én weerberichten samenstellen dat werd hem te zwaar.

Hans beleefde zijn definitieve radiodoorbraak in de jaren zeventig bij het NCRV radioprogramma ‘Hier en Nu’ en niet onvermeld mag blijven z’n zeer gewaardeerde Teletekstpagina 345 en niet in de laatste plaats Omrop Fryslan.
In de late jaren tachtig naderde Hans een leeftijd waarop hij het wat kalmer aan wilde doen. In dat verband herinner ik mij nog goed half maart 1987. Hij belde mij op en vertelde dat hij samen met zijn vrouw Dineke naar een cabaretvoorstelling wilde. Of ik die avond het weerbericht voor Het Vrije Volk en Trouw wilde samenstellen. “Zet dan ook maar meteen in je agenda dat je vanaf juni 1987 definitief deze kranten kunt gaan doen want ik stop ermee!” Zonder omwegen recht ‘to the point’; zo was Hans. Ik was toen wel even compleet verrast want eigenlijk had ik helemaal niet het gevoel dat ik ‘uitverkoren’ was.

Na 1987 is Hans nog doorgegaan met onder meer de pagina van NCRV Teletekst. In de jaren negentig hield hij er ‘definitief’ mee op maar toch ook weer niet helemaal want tot voor enkele jaren terug bleef hij z’n geliefde ‘De Woudklank’ van weerkundige pennenvruchten voorzien. Ik verstuurde hem toen met enige regelmaat weerkaarten per fax want hij wilde zich niet dagelijks op ‘dure weerkaarten’ abonneren. Het gebeurde wel eens dat ik zo’n 10-15 faxen stuurde maar dat hij ondertussen bij het faxapparaat was weggelopen. Kreeg ik later een telefoontje of ik ze nogmaals wilde versturen want de rol papier was op.

Hans was ook zeer geïnteresseerd in geschiedenis en ook daarover heeft hij in De Woudklank veel geschreven. Verder lag zijn hart bij voetbalclub Heerenveen (het was niet verstandig hem per telefoon te storen tijdens het voetballen!) en was hij maatschappelijk geëngageerd. Ik kwam jaarlijks met mijn goede vriend Dick Alderliesten uit Werkendam, die Hans nog een tijdje voor NCRV Radio en Teletekst heeft vervangen, één of twee keer op visite in huize De Jong. Het onthaal was tot op het laatste moment (een kleine maand geleden nog) buitengewoon hartelijk. We haalden uiteraard samen met z’n geliefde vrouw Dineke, met wie hij 23 december 62 jaar getrouwd was, veel meteorologische herinneringen op. Hoe zat het nou werkelijk met de berichtgeving over de verwoestende Hemelvaartsstorm van 1983, de onweerscontacten met Jan Pelleboer (één keer de telefoon laten rinkelen betekende licht onweer, twee matig en drie keer zwaar-nabij onweer) etc. etc. Hans schreef ook enkele boeken (waaronder de “Barre winter van ‘90” over de vroege en harde winter van 1890-1891) en heeft ruim 60 jaar als vrijwillige regenwaarnemer van het KNMI gefunctioneerd.

Jan Visser, 1 januari 2011